Het is immers al de 27ste keer dat Quick Boys en Katwijk elkaar treffen en de prestaties van beide clubs voldeden de afgelopen twee seizoenen niet aan het verwachtingspatroon. Toch blijft de confrontatie iets bijzonders, iets magisch houden, getuige de reacties. Je moet er toch weer bij zijn, anders loop je de kans iets te missen, zo lijkt de teneur. Quick Boys – Katwijk is bijna een verplicht nummer. Twee jongeren houden zich op voor de deur van Scum, het hardrockhart van de kustplaats. Het blijken Katwijk-aanhangers te zijn, want ze komen ‘van óver de Rijn’ Voor het duo levert bij de plaatselijke derby niet alleen het voetbal spanning op. ,,De laatste jaren is het mij toch net even te vaak knokken geweest. Ik heb een keer moeten rennen voor mijn leven om de rondvliegende bierflesje te ontwijken”, zegt de 22-jarige Dirk van Duyn, die na twee kniebreuken zelf niet meer aan voetballen bij de oranjehemden toekomt. Zijn maat Floris de Best, ook door een blessure met sport gestopt, knikt bevestigend. ,,Ik hoef niet te werken en dus ga ik wel even kijken, maar er zijn plaatsen rond het veld waar ik zeker niet ga staan. Het moet leuk blijven.” Even verderop maken skeelers redelijk wat lawaai op de staalplaten van de ramp. Het maken van mooie sprongen, is niet het enige wat de jongeren daar bezig houdt. ,,Quick Boys wint en er komen rellen”, zegt een van hen met de nodige bravoure. ,,Katwijk kan zijn borst natmaken.” Quick Boys is, als je de jeugd mag geloven, gewoon veel beter. ,,Katwijk is nep. Die ploeg gaat degraderen.”
De stoere praat contrasteert met de rust die een groep keuvelende mannen van middelbare leeftijd uitstraalt, gezeten op een muurtje aan de Boulevard. In onmiskenbaar ‘Kattiks’ wijzen de vingers in de richting van één man. ,,Vraag maar aan die Pluimgraaff, die weet van voetbal.” ‘Die Pluimgraaff’, blijkt werkzaam op de veiling. ,,En daar hoor je tegenwoordig niemand meer over Quick Boys – Katwijk, terwijl daar vroeger weken van tevoren over werd gesproken. Het is gewoon geworden. Nou ja, gewoon wordt het nooit, maar ik denk dat er meer interesse is als beide teams meer jongens uit Katwijk opstellen. Er komt zeker veel publiek op het duel af, maar toch vooral uit gewoonte.”
Op het Andreasplein is het druk bij de plaatselijke vishandel. Verkoper Pieter Bas Hoek heeft tussen het bakken van de kibbeling een geruststellende mededeling voor de Quick Boys-aanhang. ,,Ik voorspel de laatste tijd regelmatig wedstrijden goed. Feyenoord wint met 2-0 bij Fenerbahce, niemand die het geloofde, maar ik had het goed. Daarom: Katwijk zal op een kleine voorsprong komen, maar Quick Boys buigt die in de slotfase om. Het wordt 3-2, echt.”
De ondergaande zon lijkt het gras van het hoofdveld op Nieuw Zuid nog groener te maken dan het al is. Voorzitter Jaap Kuijt zit op de verder verlaten tribune. De voorbereiding op de derby is niet anders dan bij een gewone competitiewedstrijd. Alleen het veld heeft een extra opknapbeurtje gekregen, maar dat heeft alles te maken met het bezoek van het Nederlands elftal. ,,In het afsluitende partijtje zijn ook de doelgebieden gebruikt en dan zie je dat het veld toch een opdoffer heeft gekregen. De terreincommissie heeft er handen vol werk aan gehad.”
Op de achtergrond functioneert het scorebord gewoon. Het is 19 graden celsius en de klok wijst 19.28 uur aan. Het lijkt business as usual, maar toch moeten er wat extra inspanningen worden verricht. ,,Drank hebben we altijd genoeg op voorraad, maar met zoveel toeschouwers moet je wel rekening houden met het eten. De broodjes moeten vers zijn”, zegt Kuijt. Ook zijn er extra mensen nodig voor de bewaking, toegangscontrole en om de supportersstromen in banen te leiden. De staantribune aan de lange zijde is het domein van de Katwijk-supporters, aan de tribunezijde neemt de Quick Boys-aanhang plaats. ,,Dat is historisch gegroeid.” Over eventuele afspraken met de politie wil Kuijt niets zeggen. Dat nu al verhalen over ongeregeldheden de ronde doen noemt de voorzitter ’te bezopen voor woorden’. ,,Wij hebben in ieder geval geen enkele aanwijzing dat er wat staat te gebeuren.”
Het was met name de onervarenheid van het jeugdige elftal die Katwijk afgelopen zaterdag tegen Hoek de das omdeed. Op de laatste training voor de confrontatie met dorpsgenoot Quick Boys, wordt zichtbaar dat in en rond de selectie meer dan voldoende ervaren krachten rondlopen. Alleen, om uiteenlopende redenen zijn ze niet inzetbaar. Alfons Groenendijk is trainer, Hans Zwaan een van zijn assistenten, Karim Hadji traint apart vanwege een blessure en datzelfde geldt voor Edwin Robbers. Gavin Price is nog geschorst en John van der Meer is wegens drukke werkzaamheden pas komend najaar inzetbaar. Het handjevol toeschouwers dat de training van de overgebleven, overwegend jonge garde volgt, is mede daardoor slechts gematigd optimistisch. Volgens huisfotograaf Nick Ouwehand wordt het devies: ‘niet verliezen’. Niet alleen omdat verliezen van de grote rivaal altijd pijn doet, maar ook omdat Katwijk dan al vroeg in het seizoen weer in de onderste regionen verzeild raakt. Robbers ziet het niet gebeuren. ,,De groep is veel flexibeler dan vorig jaar. Een paar spelers die er een andere spelopvatting op nahielden, zijn verdwenen. Ik weet zeker dat we niet in dezelfde problemen komen als vorig seizoen.”
De spelers van Quick Boys staan bij het begin van de training in een grote groep, zijn bezig met het favoriete spelletje lummelen. Maar zoals wel vaker bij voetballers wordt er meer gediscussieerd over de vraag wie er in het midden moet staan dan dat de bal rond gaat. Even gaat er een groot gejuich op als Eli Wattimury wordt ‘gepoort’. De stemming is goed. Bij Quick Boys hoeven ze zich na de winst op Kozakken Boys en het gelijkspel tegen Kloetinge niet al te veel zorgen te maken. Een supporter toont zijn shirt met de tekst: ‘Er is maar 1 club in Katwijk’.
De training van Groenendijk bestaat dit keer hoofdzakelijk uit loopoefeningen gevolgd door een partij annex positiespel. Heel even is er schrik als Marc Helder ongelukkig terechtkomt. Hij grijpt naar zijn knie, maar kan daarna verder. ,,Dit is de man die voor ons Remco Torken gaat uitschakelen”, zegt Groenendijk, een quizmaster immiterend.
Alsof de duvel ermee speelt. Enkele kilometers verderop legt trainer Arjen van der Werf het partijtje stil. Na een harde tackle komt Torken ongelukkig terecht. Even later verlaat de spits dizzy het veld. ,,Ik ben een beetje draaierig”, zegt hij tegen verzorger Hans Ultee. Even later is hij weer opgeknapt. ,,Hij wilde zeker eerder stoppen”, grapt trainer Gert Aandewiel.
Op De Krom eindigt de training niet voor iedereen op hetzelfde tijdstip. Een kleine uitverkoren groep oefent na afloop nog op vrije trappen en aan de rand van het veld is Helder bezig, een-op-een, om Hans Zwaan zo vaak mogelijk tussen de benen te spelen. De meeste indruk maakt Price. Alsof er net geen training is geweest, maakt hij in zijn eentje de meest gruwelijke buikspieroefeningen. Hoe professioneel het er ook mag toegaan in de hoofdklasse, af en toe zijn er nog van die heerlijke amateur-verschijnselen. De lichtinstallatie treedt pas in werking als de duisternis allang in ingetreden. Dat kon niet eerder, anders waren de stoppen doorgeslagen.
Dit keer geen gekke capriolen bij Quick Boys; geen spelers die in Katwijk-shirtjes lopen en ook geen trainer die na afloop van de oefensessie een hap gras neemt om de spelers duidelijk te maken dat ze de mat zaterdag op moeten eten. Aandewiel: ,,Je merkt dat iedereen fit wil zijn. Desnoods spelen ze met een halve blessure.” Het bijzondere van de derby is er volgens hem wel af. ,,Beide ploegen zijn niet meer zo toonaangevend. Als Ajax en Feyenoord om de dertiende en veertiende plaats spelen is het ook anders.”
Ook volgens Groenendijk is er niet anders getraind dan anders. ,,De training speciaal op een tegenstander afstemmen, is al moeilijk en zeker voor een Katwijkse derby. Dan komt het toch voor een groot deel op de mentale gesteldheid aan”, zegt Groenendijk. Als hij er op gewezen wordt dat dat nou juist het probleem was bij Katwijk in de laatste twee verloren derby’s, haalt hij zijn schouder op. ,,Er wordt met 35 man getraind die allemaal willen spelen, en zeker tegen Quick Boys. Als je dán bij de uitverkoren elf hoort, dan hoef ik je toch niet meer te motiveren.”
Voormalig bestuurslid technische zaken Arie de Vreugd is een van de ongeveer twintig toeschouwers bij de training op Nieuw Zuid. ,,Het is niet anders dan bij een normale wedstrijd. Eigenlijk leeft de derby niet meer zo.” De gemiddelde Katwijker toont naar zijn oordeel ook niet zo snel zijn emoties. ,,Een Katwijker doet alles in zijn kop. In het verleden liep Marco Dijkhuizen hier. Hij kwam uit Amsterdam en had bluf.” Toch is ook hij benieuwd. ,,Ik wil weten hoe de krachtsverhouding is en hoe Alfons Groenendijk het met de verjonging van zijn team heeft aangepakt.”
Quick Boys-verzorger Hans Ultee merkt dat de spelers voor de derby wat nerveuzer zijn. ,,De jongeren zijn vaak wat stilletjes, waar ze anders een grotere mond hebben.” Zelf ervaart Ultee het duel ook als iets speciaals. ,,Ik ben altijd zenuwachtig. Ik vergeet altijd wel iets. De ene keer mijn portemonnee, de andere keer mijn rookwaren.”
Er zijn ook spelers die niet uit de kustplaats komen en toch reikhalzend uitzien naar morgen. Leidenaar Ergün Bayran voetbalde twee seizoenen in de jeugd van Quick Boys en komt nu met Katwijk tegen zijn oude club te spelen. Hoewel hij vrijwel zeker op de bank moet beginnen, hoopt hij vurig op een paar minuten speeltijd. ,,Kijk eens, ik krijg er nu al kippenvel van. Voor zoveel publiek en dan Quick Boys kunnen laten zien dat ik het toch heb gered.” Torken speelde met Lokeren al voor volle stadions bij Anderlecht en Club Brugge. ,,Het zal wel een heksenketel worden en hard tegen hard gaan. Ik denk dat er weinig mooie acties te zien zijn.” Hij is een stuk serieuzer dan voor de training. Toen vroeg hij pesterig aan Kuijt en Ultee. ,,Is er dan een belangrijke wedstrijd?’






